Bijna alle 86 Nederlandse sporters zijn inmiddels in Parijs. Zoals Vergeer zegt: ‘Het paralympisch dorp komt tot leven. Bij ons, maar ook bij de landen om ons heen. Ik kijk uit naar alle Nederlandse sporters, naar de sfeer in de stadions, naar de aandacht die dit voor de sport gaat opleveren. Naar de eerste dag. En ook naar de laatste, wanneer we elkaar letterlijk – of figuurlijk – in de armen vallen en kunnen zeggen dat we het geflikt hebben.’ We willen de wereld verbazen, laten zien hoe cool onze sport is.’
Vierde plaats
Als een van de boegbeelden van de ploeg kijkt ook atleet Fleur Jong uit naar het begin van haar jacht op paralympisch goud. ‘Dat vrienden en familie er weer bij kunnen zijn, maakt het heel bijzonder’, blikt ze vooruit. ‘Ik weet niet hoeveel er voor mij komen, maar het zijn er écht veel.’ Over haar doelstellingen is ze helder: ‘Ik wil mijn paralympische titel bij het verspringen verdedigen. En op de 100 meter werd ik vierde in Tokio; dat mag wel eens afgelopen zijn. Ik wil hier in Parijs mijn eerste paralympische medaille op die afstand winnen.’
Gouden missie
Voor tandemwielrenduo Tristan Bangma en Patrick Bos ligt de lat nog hoger: drie keer goud. ‘Nee, dat hoeven we niet onder stoelen of banken te steken. Vorig jaar wonnen tijdens de wereldkampioenschappen goud op de baan en twee keer op de weg; dat willen we ook hier op de Spelen doen. Ook voor ons komen er veel vrienden en familie. Drie jaar geleden in Tokio waren de tribunes leeg. Hier in Parijs krijg ik het oranjegevoel, voelt het écht als de Paralympische Spelen.
Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher
Foto: Ilse Schaffers